TERMEN

Met alle hedendaagse elektronica zult u veel termen tegenkomen waarvan u niet de betekenis weet. De lijst hieronder zal u helpen met het begrijpen van deze termen. Mocht u alsnog vragen hebben over een term of over een ander specifiek onderdeel dan kunt u altijd contact met ons opnemen.

DLP (Digital Light Processing)

Een DLP projector werk met DMD (Digital Micromirror Device - uitgedacht door Texas Instruments), een chip waarop zich honderdduizenden microscopisch kleine spiegeltjes bevinden. Elk spiegeltje komt met een beeldpunt overeen. Het licht valt op deze spiegeltjes door een ronddraaiend kleurenwiel dat in drie segmenten is verdeeld: de drie basiskleuren Rood-Groen-Blauw (RGB). Daardoor worden de spiegeltjes afwisselend in die kleuren belicht. Alle beeldpunten van het te projecteren beeld die de betreffende kleur hebben, klappen de overeenkomstige spiegeltjes om waardoor het licht in die kleur door de lens naar het scherm wordt geprojecteerd. Het kleurenwiel maakt vele omwentelingen per seconde en de spiegeltjes klappen in hetzelfde tempo of veelvoud ervan (tot enkele duizenden keren per seconde) ook telkens om als de juiste kleur een spiegeltje belicht. Het tempo bepaalt de helderheid van de betreffende kleur - tot 1024 helderheidsnuances. Door telkens de drie basiskleuren door hetzelfde spiegeltje af te beelden kunnen 16 miljoen kleurschakeringen worden gemaakt.

Dit type projector bestaat ook in (zeer kostbare) uitvoeringen met drie DMD's met elk een eigen kleurenfilter, dus zonder kleurenwiel. Deze methode geeft wel complete beelden in alle drie de RGB kleuren tegelijk en kan 35 triljoen kleurschakeringen produceren. Deze installaties vindt men in commerciële digitale bioscopen. Voordelen van de DLP projectiewijze is de grotere kleurgetrouwheid van het beeld en minder opvallende beeldpunten.

LCD (Liquid Crystal Display)

Op de plaats waar in een diaprojector het diapositief zich bevindt (tussen lamp en projectielens dus) bevindt zich in de projector een klein LCD (Liquid Crystal Display), voorzien van een raster in de drie basiskleuren rood, groen en blauw. Door computermatige aansturing van de elementjes in dit kleine scherm wordt een transparant en dus projecteerbaar kleurenbeeld gegenereerd.Duurdere projectoren werken met drie LCD's, voor elke basiskleur één. De beelden worden bij de projectie tot één kleurenbeeld gemengd.Voordeel van de LCD projector is de afwezigheid van het "regenboogeffect", nadeel is het beter zichtbaar zijn van het raster tussen afzonderlijke LCD beeldpunten. Dit nadeel kan echter deels verholpen worden door de projector net niet helemaal scherp te stellen.

Lichtsterkte

De lichtsterkte van de beamer is van belang voor projectie in donkere of (half)verlichte ruimten. Voor een verduisterde huisbioscoop is met 800-1000 lumen prima resultaten te bereiken. Voor schemerige ruimten voldoet 1100-2000 lumen. Hogere waarden zijn vooral bedoeld voor daglicht projectie bij zakelijke presentaties, niet voor filmweergave in een huisbioscoop. Het zeer heldere beeld geeft dan een uitgebeten witte weergave en als toeschouwer in volle duisternis moet je aan een lasbril denken om het felle licht te temperen. Minder fel verdient dan zeker de voorkeur.

Lumen

De lumen (symbool: lm of cd sr) is de eenheid voor lichtstroom. De lumen is een afgeleide eenheid uit het SI-stelsel. 1 lumen is de lichtstroom van een puntlichtbron van 1 candela door een ruimtehoek van 1 steradiaal.Lichtstroom is een maat voor de totale hoeveelheid licht in een lichtbundel. Lichtsterkte is een maat voor de lichtdichtheid. Bekijkt men een deel van een lichtbundel dan heeft dat deel een kleinere lichtstroom (in lumen) maar (in principe) dezelfde lichtsterkte (in candela) als de hele bundel. De lichtstroom hangt af van het vermogen van de bron en van de kleur van het licht (zie hiervoor: candela).1 Lumen is ongeveer 4.09 x 1018 fotonen per seconde.Een gloeilamp van 100 watt geeft een lichtstroom van ongeveer 1200 lumen.

4:3 / 16:9

De LCD of DLP projector bedoeld voor huisbioscoopgebruik heeft als normale ("native") verhouding hetzij 4:3 (standaard tv) of 16:9 (breedbeeld). Hoewel ze ook de andere verhouding goed kunnen weergeven, gaat dit altijd gepaard met zwarte balken boven en onder het beeld ("letterbox" - breedbeeld op 4:3) of links en rechts ervan ("pillarbox" - standaard op 16:9). Zwarte balken betekent dat de overeenkomstige LCD cellen of DLP spiegeltjes feitelijk niet voor de beeldopbouw worden gebruikt en men dus niet optimaal gebruik maakt van de mogelijke resolutie. Het is dus een afweging of men vooral het breedbeeld of standaard tv formaat optimaal weergeeft en met minder genoegen neemt in de niet-native beeldmaat.

Het televisiebeeld is bij PAL altijd 720x576 pixels(hoogte x breedte) voor zowel standaard als breedbeeld formaat. LCD en DLP resoluties die lager zijn (zoals 600x400) zullen nooit het beeld in volledige kwaliteit kunnen weergeven. Is de resolutie hoger, dan worden de tv beeldpunten proportioneel over meerdere LCD cellen of DLP spiegels "uitgesmeerd". Daarmee wordt een televisiebeeld niet scherper (het heeft maar 720x576 pixels) maar het beeld blijft egaler en niet zo blokkerig. Voor High Definition beelden met veel meer pixels dan standaard PAL is natuurlijk een evenveel hogere LCD/DLP standaard resolutie nodig (1920 x 1080).

Content: WikiPedia.com